Regelmatig zien wij het nog steeds fout gaan. De aannemer die waarschuwingen voorafgaand of tijdens de uitvoering van zijn werk niet schriftelijk vastlegt dan wel niet eens waarschuwt. Of dat de aannemer bij meerwerk de opdrachtgever niet (schriftelijk) wijst op een kostenverhoging. Later kan de aannemer dan “de deksel op zijn neus” krijgen. Om dat te voorkomen, is het goed om stil te staan bij de waarschuwingsplicht van de aannemer.
Waarschuwingsplicht bij onjuistheden in de opdracht
Een aannemer dient bij het aangaan of uitvoeren van de opdracht de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden. Indien een aannemer begrijpt of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat er sprake is van een ontwerp- en/of bouwtechnische fout in de opdracht, dan moet de aannemer de opdrachtgever hierop attenderen en wijzen op de (nadelige) consequenties indien de opdracht ‘blindelings’ wordt uitgevoerd.
Uitbreiding waarschuwingsplicht
Met de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) worden er nog strengere eisen aan de waarschuwingsplicht van de aannemer gesteld terzake eventuele ontwerp- en/of bouwfouten.
Denk hierbij aan:
- De verplichting om de waarschuwing schriftelijk te laten plaatsvinden (via WhatsApp is al voldoende);
- De schriftelijke waarschuwing moet zo zijn geschreven dat er over de uitleg geen misverstand bestaat;
- De opdrachtgever schriftelijk wijzen op de gevolgen, indien de opdrachtgever niets met de waarschuwing doet.
Bovengenoemde eisen zijn dwingend voor de aannemer bij opdrachten voor consumenten. Betreft het een zakelijke opdracht (een professionele opdrachtgever) dan mogen partijen afwijkende afspraken maken.
Waarschuwingsplicht bij meerwerk
Voorts bepaalt de wet dat een aannemer verplicht is zijn opdrachtgever te waarschuwen voor extra kosten die voortvloeien uit een gewenste toevoeging of verandering in de originele opdracht. Verzuimt de aannemer hierin, dan heeft hij géén recht op een vergoeding van deze kostenverhoging. Let wel, dit geldt niet indien de opdrachtgever de noodzaak tot prijsverhoging daarvan uit zichzelf had moeten begrijpen.
Indien de aannemer de opdrachtgever heeft gewezen op de noodzaak van een prijsverhoging of indien hij de noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen, dan is het aan de opdrachtgever om met de aannemer het gesprek aan te gaan over de hoogte van de prijsverhoging en daarna te beslissen of hij instemt met het meerwerk.
Conclusie
Van der Leeuw Advocatuur staat zowel aannemers als opdrachtgevers bij. Bent u verwikkeld in een geschil met uw aannemer of opdrachtgever of wil u advies hoe u een en ander het beste kunt documenteren, schroom dan niet om contact met ons op te nemen. Wij kijken graag met u mee.
mr. J.H.J. Vleeshouwers